Vlucht in de duisternis

Ik vrees dat enig obsessief gedrag mij niet vreemd is, maar ik moet nu echt zo snel mogelijk meer lezen van Arthur Schnitzler. Na enorm van “Sterven” (het debuut) te hebben genoten, heb ik nu Schnitzlers allerlaatste boek verslonden. Op de dag dat het boek uitkwam (in 1931) en de eerste positieve recensie verscheen, stierf Schnitzler. Naar het schijnt schaamde de schrijver zich voor de inhoud van het verhaal, aangezien hoofdpersoon Robert een zeer labiel persoon is (dit is toeval, ik mag dan ook zo heten, ik ben echter de stabiliteit zelve) en veel overeenkomsten vertoonde met de schrijver zelf. Ik heb het weer met veel plezier gelezen. Er valt genoeg te lachen. Vind het iets minder overtuigend dan “Sterven”, weet niet waar dit aan ligt. Ik ga me nu verheugen op “Beate en haar zoon”. Mijn excuses voor deze nietszeggende recensie.
– Recensie? Het is meer een onzinnig praatje, vindt u zelf ook niet?
– Ja, u heeft gelijk. Ik zal beter mijn best doen. Zal ik opnieuw beginnen?
– Nee, nee, laat nu maar. Gaat u maar liever weg.