Koud en geduldig lig ik hier in het duister op je te wachten. Geen zorgen, lieveling. Mijn tijd komt nog, sneller dan je denkt. Je bent onwetend van mijn komst. Slaap je? Dat is aandoenlijk! Mijn kameraden zijn al eerder vertrokken en hebben hun bestemming bereikt, te oordelen aan het gejuich dat ik rondom mij hoorde losbarsten. Je hebt vast over hen horen spreken. Hebben ze indruk op je gemaakt? Ook in mij brandt een verwoestend en explosief verlangen, ik ga er nog eens aan kapot. Verspilling is niet aan de orde – ik weet dat ik een kostbaar bezit ben. Ik hoef niet de hele hand, een vinger is genoeg voor mij. Fluitend ga ik naar mijn werk. Ik ben onderdeel van een patroon en het past me. Ik ga met mijn tijd mee en draag tegenwoordig een mantel, die mij beschermt tegen schadelijke invloeden van buitenaf. Mijn snelheid is waarlijk ongeëvenaard. Daarin schuilt mijn grote kracht, al zeg ik het zelf. Ik weet wat ik wil en ga recht op mijn doel af. Mensen hebben ontzag voor mij als ik nader en ik glim gewoonweg van genoegen. Ik ken geen angst, slechts een diep gevoeld verlangen huist in mij. Penetreren werkt zo bevrijdend! Het is niet iedereen gegeven, maar ik weet dat ik er voor gemaakt ben. Ik val samen met mijn bestemming en boor mij in je boterzachte lichaam. Ik stort mijn dodelijke zaad in je. Je zal het verdiend hebben. Heb je kinderen, een vrouw die op je wacht? Je smartelijk lijden doet me niets, het is niet de tijd voor wankelmoedigheid. Er zijn geen verkeerde doelen in het leven dat ik leid. Iemand van mijn kaliber wordt op waarde geschat.